De schuwe Mark Lewis werkt als camera-assistent in een filmstudio; in zijn vrije tijd maakt hij pornografische foto’s. Als kind is Mark misbruikt voor wetenschappelijke experimenten door zijn vader, een bioloog die de grondslagen van menselijke angst onderzoekt. Hij martelt Mark en legt de paniek van het kind vast op celluloid. De getraumatiseerde Mark neemt prostituees mee en filmt de vrouwen op het moment dat hij ze vermoordt met een in de camera verborgen steekwapen. Niemand is op de hoogte van Marks psychopathisch gedrag, ook onderhuurster Helen Stephens niet, die soms met Mark uitgaat in vroeg-sixties-Londen.